In Vlaanderen wordt de klassieke elektriciteitsmeter steeds meer vervangen door de digitale meter, een modern toestel dat zowel voor consumenten als voor het netbeheer voordelen biedt.
Maar eigenaars van zonnepanelen met een terugdraaiende teller die hun installatie vóór 2021 lieten keuren, hebben nog een beperkte periode waarin ze de plaatsing van de digitale meter kunnen uitstellen.
Deze periode loopt af op 1 januari 2025. Wat betekent dit en waarom zou je hiervan gebruikmaken?
Rekenvoorbeeld en analyse
Deadline nadert snel
De Vlaamse netbeheerder Fluvius is volop bezig met het vervangen van de oude, analoge meters door digitale meters. Een digitale meter biedt verschillende voordelen, zoals een nauwkeurigere meting van het energieverbruik en de mogelijkheid om verbruik en teruglevering van energie van op afstand op te volgen. Inmiddels heeft de meerderheid van de Vlaamse huishoudens al een digitale meter, waarvan de installatie niet geweigerd kon worden.
Toch zijn er nog twee specifieke groepen die voorlopig vrijgesteld zijn van deze verplichting:
Gebruikers van het exclusief nachttarief:
Deze groep kan de plaatsing van de digitale meter uitstellen tot 1 januari 2028.
Eigenaars van zonnepanelen die hun installatie vóór 2021 lieten keuren:
Zij kunnen nog tot 1 januari 2025 uitstel krijgen, op voorwaarde dat ze minder dan vijftien jaar gebruik hebben gemaakt van hun terugdraaiende teller.
Wie maakt nog gebruik van dit uitstel?
De eigenaars van zonnepanelen met een terugdraaiende teller vormen de grootste groep die baat kan hebben bij het uitstel. De terugdraaiende teller werkt als een soort spaarpotje: de overtollige energie die door de zonnepanelen wordt opgewekt, wordt terug op het net gezet, waardoor de teller letterlijk terugdraait. Op die manier compenseren eigenaars hun energieverbruik met hun eigen productie, wat financieel voordelig kan zijn.
Met de komst van de digitale meter wordt dit systeem echter vervangen door een nieuw mechanisme waarbij de geproduceerde en verbruikte energie apart wordt gemeten. Dit heeft invloed op de kostenstructuur, en niet iedereen is daar blij mee. Voor sommigen kan het uitstel financieel voordelig zijn, omdat ze zo langer kunnen profiteren van de terugdraaiende teller.
Verzoening voor juridische stappen
Hoewel de digitale meter verplicht is, komt het in de praktijk zelden tot juridische stappen tegen eigenaars die hun plaatsing uitstellen. Volgens Fluvius wordt in de meeste gevallen een oplossing gevonden vóór er juridische stappen worden ondernomen. Eigenaars krijgen de mogelijkheid om hun situatie op te lossen door middel van communicatie en afspraken, zonder meteen voor de rechter te verschijnen.
Wat nu?
Met nog maar 100 dagen te gaan tot de deadline voor de verplichte plaatsing van de digitale meter voor zonnepaneel-eigenaars, is het belangrijk om de voordelen van een digitale meter goed af te wegen tegen de eventuele financiële impact van het behoud van de terugdraaiende teller. Als je twijfelt, is het verstandig om advies in te winnen over wat voor jouw specifieke situatie het meest voordelig is.
Rekenvoorbeeld
Basisgevens in ons rekenvoorbeeld
Jaarlijks energieverbruik 3.500 kWh
Jaarlijkse productie door zonnepanelen: 4.500 kWh
Rechtstreeks verbruik = 2.000 kwh
Capaciteit van de omvormer: 4 kVA
Prosumententarief: € 88 per kVA (afhankelijk van je netbeheerder)
Netkosten (oude teller): € 0,08 per kWh
Netkosten (digitale meter): € 0,05 per kWh
Vastrecht: € 120 per jaar
Voorbeeld met terugdraaiende teller:
Rechtstreeks verbruik is niet belangrijk, het net is je batterij.
Teller draait voldoende terug (2.500 kwh) om het verbruik in de daluren en de winter te dekken
Prosumententarief: 4 kVA × € 88 = € 352
Je betaalt netkosten op basis van je netto energieverbruik (verbruik - teruglevering)
Netkosten: = 0,08 x 0 (verbruik1.500 - 2.500 teruglevering is negatief)
Vastrecht: € 120
Totale jaarrekening: € 352 + € 120+ = € 472
Voorbeeld met digitale meter: (zonder batterij)
Overproductie zonnepanelen (injectie): 2.500 kWh × € 0,04 (vergoeding voor teruglevering) = - € 100
Je betaalt netkosten op je werkelijke energieafname (de energie die je van het net haalt, zonder rekening te houden met de teruglevering).
Netkosten: 1.500 kWh × € 0,05 = € 100
Vastrecht: € 120
Totale jaarrekening: - € 100 + € 100 + € 120 = € 120
Analyse:
Met terugdraaiende teller:
Het huishouden betaalt € 472 per jaar, vooral door het prosumententarief.
Met digitale meter:
Het huishouden betaalt € 120 per jaar, omdat ze een vergoeding ontvangen voor teruggeleverde energie, maar geen prosumententarief meer betalen.
Conclusie:
Met de digitale meter lijkt de rekening in dit voorbeeld lager, ondanks de aparte netkosten. Echter, de impact kan variëren afhankelijk van verbruik, productie en de capaciteit van je installatie.
Comments